Getij en stroming op zee
Wanneer je gaat kitesurfen op zee, moet je rekening houden met het getij. Getijden zijn periodieke veranderingen in de waterstand, veroorzaakt door de zwaartekracht van de maan en de zon op de aarde. Het getij heeft invloed op de stroming van het water, en dit kan van grote invloed zijn op je kitesurf sessie.
De stroming bij kitesurfen
Als je gaat kitesurfen, is het belangrijk om rekening te houden met de stroming van het water. Stroming is de beweging van water in een bepaalde richting, en dit kan verschillen per locatie en moment. Bij het kitesurfen wil je voorkomen dat je door de stroming van je plek wordt afgedreven, waardoor je uiteindelijk op een ongewenste plek terechtkomt en daardoor moet teruglopen over het strand.
Het is daarom belangrijk om vooraf de voorspellingen voor de stroming te checken voordat je gaat kitesurfen. Op deze manier kun je inschatten of de stroming te sterk is voor jouw kitesurf niveau en of het mogelijk is om veilig te kitesurfen op die locatie.
Kitesurfen en getijden
Het getij kan ook invloed hebben op het kitesurfen. Bij laagwater is er minder water aanwezig op de kitesurfspot, het kan zijn dat het op jouw kitesurfspot beter of juist slechter kitesurfen is met laag water. Bovendien kunnen er bij laagwater obstakels zichtbaar worden die anders niet te zien zijn. Op sommige kitesurflocaties kan het zijn dat bij hoogwater de kitesurfsessie juist beter is omdat het water dieper is en er daardoor meer ruimte is om te kitesurfen.
Daarnaast kan het getij invloed hebben op de stroming. Bij opkomend tij stroomt het water de kust op, terwijl bij afgaand tij het water weer terugstroomt naar zee. Dit kan zorgen voor sterke stromingen, die het kitesurfen lastiger kunnen maken. Vaak veranderen de golven ook naarmate het getij veranderd. Ook kunnen er stromingsverschillen zijn tussen verschillende plekken, dus het is belangrijk om vooraf de getijden te checken.
Hoe ontstaat het getij?
Het getij ontstaat door de aantrekkingskracht van de maan op het water op onze planneet. De stand van de maan bepaalt dus waar op de wereld het op dat moment hoog of laag water is. De maan trekt eigenlijk aan het water in de zeeën en oceanen waardoor het een bepaalde kant op gaat bewegen.
Het getij is het verschil tussen hoog en laag water. In Nederland hebben we een gemiddeld getijverschil van ongeveer 2 meter tussen hoog en laag water. Dit getij beïnvloed de stroming langs onze Noordzee kust, daarover later meer.
De stand van de maan verandert continu (de aarde draait om zijn as en de zon heen, wat betekent dat de maan telkens ergens anders aan de aarde trekt).
Het water wordt steeds een andere kant op getrokken, dit noemen we het getij. Het stijgen van het water noemen we vloed, tot het hoogste punt (hoog water of hoogtij). Vanaf dat punt is het dalen van het water eb genoemd, tot het laagste punt (laag water of laagtij).
Het ritme van het getij
Eb en vloed bewegen continu een een ritme, doordat de draaiing van de aarde zo constant is blijft het getij dat ook. Eén cyclus van eb en vloed duurt 12 uur en 25 minuten. We hebben dus op 1 dag bijna 2 keer hoog en laag water (twee keer per 24 uur en 50 minuten). Doordat deze cyclus geen 24 uur maar 50 minuten langer duurt zal het dus ook elke dag anders zijn. Je hebt dus elke dag ongeveer 50 minuten later eb en vloed.
Je kunt dus zeggen dat de getijdecyclus dagelijks 50 minuten verschuift.
Het getij is dan ook super nauwkeurig te voorspellen, je kunt nu al bekijken wat het getij volgend jaar op 2 februari zal zijn.
Het getij verschilt erg veel tussen zuid en noord Nederland. De tijd van hoog water in Zeeland is dus heel anders dan in Noord-Holland. Kijk hier dus goed naar wanneer je de getijdetafels bekijkt.
Het is goed om te weten dat
Springtij
Wanneer de zon, de maan en de aarde allemaal op 1 lijn staan zorgt dit voor extra aantrekkingskracht.
De aantrekkingskracht van de zon is weliswaar een stuk minder krachtig dan die van de maan, maar zal deze wel degelijk versterken als ze in 1 lijn staan.
Bij springtij is hoog water hoger en laag water lager, maar de tijd waarin dit gebeurt blijft hetzelfde. De stroming zal dus een stuk sterker zijn omdat deze meer verschil moet overbruggen in dezelfde tijd.
Twee dagen na volle of nieuwe maan is het springtij. Het is dus twee keer per maand springtij.
Dood tij
Naast springtij is er ook nog dood tij, dit ontstaat wanneer de zon en de maan in een haakse hoek van elkaar staan (we noemen dit het eerste en laatste kwartier). Dan is de aantrekkingskracht het minst en zal het verschil tussen hoog en laag water ook minder zijn. Het is dus minder laag water en minder hoog water (dit in tegenstelling tot springtij).
De stroming zal dan ook minder zijn. De tijdsspanne van de getijdecyclus blijft gelijk, maar er vindt minder hoogteverandering plaats.
Hoe ontstaat stroming?
Zoals eerder gezegd: Doordat de maan "trekt" aan een deel van de wereld zal daar het water "heen" willen. Het water gaat dus die richting op stromen.
Doordat de aarde ondertussen gewoon doordraait beweegt de plek waar de maan aantrekkingskracht op uit oefent mee.
Stroming in de Noordzee
In de Noordzee kan het flink stromen. De Noordzee is eigenlijk een grote trechter waar veel water doorheen moet, daardoor gaat het flink stromen. Vooral dicht bij het smalle kanaal tussen Frankrijk en Engeland is het idee van deze trechter flink merkbaar. Stroming kan langs de Noordzee kust flink varieren afhankelijk van de locatie en de maanstand. De stroming langs de kust van Noord-Holland is bijvoorbeeld meestal sterker dan langs de kust van Zeeland.
Ook is het belangrijk om te weten dat stromingen niet alleen langs de kust plaats vinden, maar ook in de Oosterschelde en Westerschelde in Zeeland bijvoorbeeld en deze stromingen kunnen weer invloed hebben op de stroming langs de kust.
Voor ons kitesurfers is het erg belangrijk om de stromingen en het getij te begrijpen (en toe te passen tijdens onze kitesurfsessies). Het kan je sessie namelijk maken of breken! Het kan flink lonen om soms een andere kitesurfspot te kiezen wanneer de stroming ongunstig is voor de condities die geplande dag.
Ebstroom
De ebstroom (wanneer het laag water wordt) gaat van Noord Holland richting Zeeland. De Noordzee stroomt dan leeg naar de Atlantische Oceaan door het Kanaal.
Vloedstroom
De vloedstroom (wanneer het hoog water wordt) gaat langs Zeeland richting Noord-Holland. De Noordzee stroomt nu vol vanuit de Atlantische Oceaan door het Kanaal.
De duur van de Ebstroom en Vloedstroom verschillen nog al, dit komt door de warme golfstroom die via het kanaal naar het noorden loopt. Deze zorgt er voor dat de vloedstroom langer duurt dan de ebstroom.
Ongeveer 2 uur voor hoog water start de vloedstroom, van zuid naar noord langs de kust van Nederland. Deze stroming duurt tot ongeveer 4 uur na hoog water. Op dit moment zal de kentering plaats vinden en duurt ongeveer een uur. Dit betekent dat de stroming van richting gaat veranderen en het even niet hard zal stromen.
Na de kentering start 3 uur voor laag water de ebstroom, deze blijft door staan tot ongeveer 2 uur na laag water.
Het is dus niet zo dat de stroming draait wanneer het hoog of laag water is, de stroming in de Noordzee zal altijd nog wat door gaan.
Stroming en wind
Nu je begint de begrijpen hoe de stroming in de Noordzee werkt komt het volgende. De wind heeft een grote invloed op de stroming. Een ebstroom in combinatie met een noorden wind is dramatisch voor kitesurfers en surfers. De stroming loopt al naar het zuiden, en dan komt daar ook nog wind vanuit het noorden bij.
Voorbeeld:
Een probleem waar je als kitesurfer vooral mee te maken zult hebben is de stroming in combinatie met de wind. Wanneer je wilt gaan kitesurfen met 15 knopen wind uit het noorden (lijkt genoeg voor een lekker kitesurf sessie), en het wordt laag water, dan kan de stroming van 2-3 knopen jouw in de richting van de wind duwen. Met als gevolg dat je theoretisch nog maar 12 knopen wind over hebt.
Andersom werkt het natuurlijk ook, ben je aan het kitesurfen met een noorden wind van 13 knopen maar heb je een vloedstroom van 2 knopen, dan zal het aan kunnen voelen als 15 knopen en voldoende wind om lekker te kitesurfen.
Kijk dus altijd goed wat de stroming doet, het kan je kitesurfsessie maken of breken.
Stroming tijdens een storm
Met een storm is het een heel ander verhaal. Wanneer we een flinke storm met noorden wind hebben die een paar dagen duurt, zul je merken dat de stroming bijna niet draait naar een vloedstroom. Omdat de wind al dagen lang het wateroppervlak naar het zuiden blaast merk je tijdens het kitesurfen niets van de vloedstroom.
Heb je daarentegen een ebstroom en harde storm uit het noorden, dan zal de stroming extra sterk aanvoelen en zal het flink werken zijn om hoogte te kunnen houden. De wind duwt nu het wateroppervlak heel hard met de stroming mee (Windstroming).
Muien
Je hoort het tegenwoordig steeds vaker, voorlichtingen over muien. Muistromen moet je niet onderschatten.
Een mui is een stuk tussen twee zandbanken waardoor het water naar zee kan stromen tijdens de ebstroom.
Met hoog water is de zwin achter de zandbank gevuld met water, je ziet de zandbanken niet en het lijkt gewoon de zee. Tot het eb wordt en het water van achter de zandbank terug naar zee gaat stromen. Dit water zoekt een weg en gaat tussen de zandbanken door stromen, hier wordt het dus dieper en kan het water langs de zandbanken naar zee stromen.
Dit betekent dat er veel water in korte tijd tussen die zandbanken door moet stromen, met als gevolg een erg harde stroming richting zee.
Mocht je in een mui terecht komen, probeer dan nooit tegen de stroming in te zwemmen. Dit is lastig want je gevoel zegt dat je recht naar het strand moet zwemmen en het is beangstigend om te merken dat je de controle kwijt bent en richting zee drijft. Maar probeer rustig te blijven en zwem opzij (langs de kust) zo zul je uit de muistroom komen en achter de zandbank rustig terug naar de kust kunnen zwemmen. Zo kost het een stuk minder energie en is er geen reden voor paniek.
De Reddingsbrigade maakte een duidelijke poster over muien, en hoe je hiermee om moet gaan.
Stroming op elk strand anders
De stroming kan per locatie erg verschillen, op het ene strand liggen zandbanken nu eenmaal anders dan op een volgend strand. Zeker wanneer er een flinke storm heeft plaats gevonden, kunnen zandbanken erg veranderen. Hiermee veranderen stroming uiteraard ook. Belangrijk wanneer je op een nieuwe spot gaat kitesurfen is om aan de locals te vragen waar je op moet letten en of er bijzonderheden zijn wat betreft de stromingen. Zo ga je goed voorbereid het water op en kun je optimaal genieten van jouw kitesurf sessie!
Kortom:
Zorg dat je tijdens je kitesurfsessie goed op de hoogte bent van de stroming op jouw kitesurfspot! Vraag je locals en bekijk de getijdentabellen goed. Je kunt voordeel halen uit de stroming, maar het kan je ook flink tegen werken. Leer de zee kennen en je kunt veel plezier beleven!