Springen kitesurfen, de volgende stap.Heb je het kitesurfen goed door, en kun je fijn upwind en downwind kiten. Maak je een nette transition en ben je er klaar voor om het hoger op te gaan zoeken? Dan ben jij klaar voor een sprong! Het ik belangrijk dat je bovenstaande dingen goed kan zodat je je helemaal kunt focussen op je sprong. Het is belangrijk dat je upwind kunt varen zodat je je “edge” kunt houden, dit houdt in dat je het board goed kunt aankanten om hoogte te lopen, dit hebben we nodig voor de afzet van de sprong.
Basis voor het springen bij kitesurfen:
STAP 1 Bepalen wat je voorkeurskant is bij het kitesurfen, ga jij liever met je linker voet voor of is het fijner om met je rechter voet voor te kitesurfen? De richting die het fijnst aanvoelt gaan we gebruiken voor je eerste sprong, dit doen we om het wat natuurlijker aan te gaan voelen. Voor het volgende voorbeeld gaan we uit van linksaf varen (dus je linker been voor). STAP 2 Je vaart met een gemiddelde snelheid zoals je ook upwind vaart, de meest ideale hoek waarop je de kite houdt is 45 graden, oftewel tussen 10 en 11 uur in. Zet genoeg druk op je achterste hiel *(in dit geval de rechter hiel). STAP 3 Kijk goed om je heen of er geen mensen dicht in de buurt zijn wanneer je de kite gaat sturen en gaat springen. STAP 4 Is je omgeving vrij van andere kitesurfers? Dan stuur je de kite in één beweging naar 12 uur (of net voorbij 12 uur, half 1). Probeer bij het terugsturen van de kite zoveel mogelijk je “edge” te houden, dus goed op je achterste hiel blijven duwen. TIJDENS STAP 4 EN 5 Tijdens stap 4 en 5 duw je flink op je achterste hiel (rechter hiel in dit geval). STAP 5 Is je kite bijna bij 12 uur, dan voel je dat de kite je omhoog wil trekken. Op dit moment trek je de bar volledig aan, je zult nu voelen dat de kite nog meer “lift” gaat creëren en je gaat springen. Duw voor je het water verlaat je board nog wat extra tegen de wind in om van het water af te zetten. Wanneer je het water verlaat is het het moment om de buikspieren (en eigenlijk je hele core) aan te gaan spannen om rustig en in controle in de lucht te hangen. STAP 6 Wanneer je in de lucht zit en je merkt dat je over je hoogste punt bent (je gaat zakken). Dan stuur je de kite langzaam weer terug naar 11 uur (snelheid van het terug sturen is afhankelijk van hoe hoog je in de lucht hangt, heb je een hoge sprong dan stuur je langzamer terug dan wanneer je een kleine sprong maakt). Stuur je de kite te snel terug als je nog hoog in de lucht hangt zal de kite te veel voor je gaan al voor de landing en zul je met veel snelheid of uit balans gaan landen. STAP 7Kijk goed naar de plek waar je zult gaan landen, zo kun je je goed voorbereiden op de landing. Strek je benen een klein beetje om straks te kunnen buigen bij het raken van het water. Raak je het water, dan buig je je benen om de landing op te vangen, als je de kite goed hebt gestuurd zul je met genoeg snelheid landen om door te kunnen varen (en niet in het water te zakken), maar niet met te veel snelheid zodat je alles onder controle kunt houden.
DINGEN DIE VAAK FOUT GAAN:
- Het verliezen van de “edge” Doordat je de kite terug gaat sturen kost het meer moeite om het board goed te kiepen zoals je doet bij upwind varen, hierdoor kun je nog voor de afzet van je sprong al over het water stuiteren onder de kite door. Probeer veel druk op je beenspieren te houden waardoor je het board goed in het water kunt blijven duwen. - Te ver terugsturen van de kite Omdat je een paar dingen tegelijkertijd moet doen bij het springen vergeten mensen snel hoe ver de kite voorbij 12 uur gaat en gebeurt het dat de kite op ongeveer 2 uur staat bij je afzet. Als dit het geval is raak je flink uit balans en kun je niet springen, de kite creëert nu geen lift maar trekt je alleen naar rechts. De kite naar 12 uur (of half 1) is prima, zorg er wel voor dat de kite niet voorbij 1 uur schiet. - Niet aanspannen van de spieren Wanneer je in de lucht hangt is het belangrijk dat je (vooral de buikspieren) je spieren goed aanspant, op deze manier ben in controle en ga je niet draaien of uit balans in de lucht. Span je je spieren niet goed aan dan zul je gaan ”bungelen” of draaien in de lucht. - Kite te hard terugsturen voor de landing Stuur je de kite te hard terug naar 10 uur wanneer je nog in hoog in de lucht zit, zal de kite geen ligt meer hebben en krijg je enkel nog voorwaartse snelheid waardoor je met veel snelheid gaat landen. Je kunt de kite beter te lang boven je (op 12 uur) houden als te snel voor je uit sturen (naar 10 uur). - Kite te weinig terugsturen voor de landing Laat je de kite echter te lang boven je op 12 uur staan terwijl je al gaat landen, dan zul je met te weinig snelheid landen waardoor je in het water zult wegzakken. Dit is in het begin minder erg omdat je daarna de kite in kunt sturen om weg te varen. Maar denk er goed aan.